Knutselen - windmolen vouwen

Een enkele windmolen:

Wat heb je nodig:

• Stevig vierkant papier/karton
• Schaar
• Speld
• Spijker
• Knoop/kraal
• Stokje

Een stevig vierkant papier wordt vanuit de vier hoeken, niet helemaal tot het midden in geknipt (afb.1).
Met een lang, dun spijkertje, het mag ook een stevige speld zijn, doorboor je de vier punten deze zijn op de afbeelding met punten aangegeven en als laatste het midden van het papier.
De windmolen wordt aan een stokje bevestigd, maar voordat je hem met de spijker op het stokje vastprikt, schuif je een kraal of een klein knoopje tussen stok en papier. Hierdoor draait het molentje straks beter (afb.2).
Een bijzonder mooi spelletje met de wind kun je er van maken als je een paar windmolentjes maakt. Die je op drie aan elkaar gespijkerde stokjes vastmaken.

Een dubbele windmolen:

Wat heb je nodig:

• Twee kleuren stevig papier/karton
• Schaar
• Speld
• Stokje
• Kraal/knoop
• Spijkertje

Knip van twee kleuren papier twee vierkanten en vouwen ze elk tweemaal diagonaal.
Dan knip je het eerste vierkant in als op de tekening (afb.1) is aangegeven en het tweede vierkant zoals het op de tekening (afb.2) staat.
Dan schuif je de twee vierkanten in elkaar (afb.3).
Prik met een speld achtereenvolgens van achteren door de punten, zoals die op de afbeelding staat aangegeven (afb.3) en tot slot door het midden van de twee vierkanten.
Voor je het molentje met een speld of spijkertje op een stokje vastmaken, schuif je een kraal of een knoopje tussen stok en papier, dan draait het heel snel als je met het molentje omhoog hard loopt (afb.4).